Fans van ‘meiboter’ vullen nu hun vriezer voor de rest van het jaar. Hoevetoerisme boomt, ook buiten deze Week van de Korte keten. Dat blijkt uit cijfers die parlementslid Loes Vandromme opvroeg bij Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns. “Toen wij ermee begonnen, verklaarden ze ons zot”, aldus ‘pioniers’ Philip (54) en Nancy (50).
“Vorig jaar investeerden Vlaamse land- en tuinbouwers nog nooit zoveel in hoevetoerisme en hoevewinkels en West-Vlaanderen is koploper over de hele lijn.” Vlaams parlementslid Loes Vandromme (CD&V) uit Poperinge spreekt van een “recordstijging”. “Subsidieaanvragen voor investeringen in hoevewinkels en hoevetoerisme kenden een grote stijging in coronajaren 2020 en 2021. Na een daling nam het aantal aanvragen in 2024 weer flink toe. Vorig jaar zijn de dossiers voor het inrichten van hoevewinkels in West-Vlaanderen meer dan verdubbeld: van 29 naar 75 aanvragen. Ook de aanvragen voor subsidies in het kader van hoevetoerisme namen een forse vlucht, van 3 naar 22 aanvragen.”
Pioniers
Philip Fleurbaey (54) en z’n vrouw Nancy Sercu (50) pionierden in Ieper met hun hoevewinkel Zuid-Bellegoed. “Een collega-melkboer verklaarde ons zot”, herinnert Philip. “De melkprijs was toen redelijk duur, en wanneer de prijs kelderde hadden we geluk, klonk het. Ja, onze hoevewinkel is groter uitgedraaid dan we ooit durfden dromen. De vele klanten en rinkelende kassa ogen mooi, tot men eens meedraait. Er is ook afwas, administratie en werk dat nooit stopt. Vergeet niet dat wij 7 dagen op 7 werken op de hoeve.”
Leegloop platteland
“In de winkel begin ik om 7 uur en ik stop pas wanneer het werk gedaan is, vaak is dat pas na 19 uur”, vertelt Nancy aan de ontbijttafel. “We doen verder zolang de gezondheid het toelaat. Of er opvolging is?” Nee, schudt de zoon het hoofd aan de andere kant van de tafel. “Laat maar zitten die zuivel, zegt de jeugd. Tenzij hij nog ergens een lief vindt”, knipoogt Philip. “Toch merken ook wij dat er voortdurend nieuwe hoevewinkels opstarten. Het is een oplossing voor de leegloop van het platteland: tal van dorpen zien de bakker en slager vertrekken.”
Kloof boer-burger
Landbouwminister Jo Brouns (CD&V) beschouwt investeringen in hoevewinkels en hoevetoerisme als “een belangrijke hefboom om de kloof tussen boer en burger te verkleinen”. “Consumenten herontdekken de boer om de hoek. De korte keten biedt land- en tuinbouwers meer prijsvrijheid én rechtstreeks contact met de consument. Zo worden ze de beste ambassadeurs van hun eigen sector. Daarom blijven we inzetten op ondersteuning, zowel voor logistiek als voor de vermarkting. Toeristen kunnen de streek verkennen terwijl ze genieten van de charme van de landbouwbedrijven. Dat versterkt het wederzijds begrip tussen boer en burger, en dat kunnen we alleen maar aanmoedigen.”
“Je moet wel sociaal vaardig zijn en open staan voor volk op de hoeve”, benadrukt Philip. “Bij ons mogen ze zelfs picknicken tussen de koeien. Misschien mogen we ons als hoeveproducent wel de privé-escorte noemen van de voedingssector. Wat prijzig maar zonder twijfel waar voor z’n geld.”
Meiboter
Beleving helpt, toch maakt vooral smaak het verschil. “In grootwarenhuizen blijft de smaak van zuivelproducten dezelfde. Bij ons vullen klanten nu hun vriezers met meiboter om er het hele jaar van te kunnen genieten. Winterboter is wit en hard. Meiboter is goudgeel en mals. In deze maand komen onze koeien buiten voor het eerste gras. Echte meiboter heb je enkel van koeien die nog buiten grazen.”
Verkoop van lucht
“De retail wil meesurfen op het succes met ‘korte keten-hoekjes’ en met boeren en beenhouwers op de verpakking”, aldus Philip. “Wij houden het bij simpele verpakking omwille van de kost. In tegenstelling tot de hoevewinkels moet de industrie een verhaal creëren voor wie zoekt naar authenticiteit. Toch wordt er ook lucht verkocht. Dat merken klanten aan ons ijs in hun vriezer. Ze halen het best een half uur vroeger uit, anders voelt het als scheppen in een blok beton. Nog een voorbeeld: de industrie zuurt magere melk aan tot karnemelk, omdat ze er niet genoeg van hebben. Karnemelk is een restproduct van boterproductie. Bij ons ontdek je de echte smaak van karnemelk.”
Korte keten affietsen
In Ieper kan je de korte keten tegenwoordig affietsen: een tocht van 43 km voert je langs alle hoevewinkels en het stadsmagazine verspreidt bonnetjes waarmee inwoners kans maken op geschenkmanden. “Neem het aan van de laatste melkboer uit de stadskern van Ieper: korte keten is hét uithangbord van de sector”, stelt Philip. “Bij ons is het zelfs erfgoed.” Het Vlaams agentschap Onroerend Erfgoed duidt z’n wederopbouwhoeve aan als “vastgesteld bouwkundig erfgoed”. “Zuid-Bellegoed is als een van de vier hoeves in de windstreken rond Ieper opgericht door de familie Belle, vooraanstaande Ieperse patriciërs, om de stad van voedsel te voorzien. Wij begonnen voorzichtig met eigen hoeveproducten in 2003, maar eigenlijk zetten we koppig het werk verder van onze voorouders.” (TP)
The post “Wij zijn de privé-escortes van de voedingssector”: waarom de korte keten records breekt is provided by KW.be.