Tien jaar na ‘Nooit meer diëten’ is voedingsdeskundige en auteur Sandra Bekkari (51) niet meer weg te denken uit het brede landschap van kookboeken. Ook haar nieuwste boek – het derde deel van ‘Missie gezond gewicht’ – schoot meteen naar nummer één in de boekenverkoop. Een gesprek over succes, vijftig worden en haar huidige verslaving. “Ik doe niet aan spijt. Uit alles kan je leren.”
We spreken Sandra in hartje Oostende, na alweer een zomers weekend met veel zon, overvolle terrasjes en lekker eten. Een schril contrast met de rust in de bossen van Zwevezele, waar ze woont met haar man Peter Craeymeersch, directeur van de toeristische dienst in Oostende. Toch blijft de Koningin der badsteden naar eigen zeggen een plek waar ze ook altijd weer thuiskomt. Geen betere plek dus om samen te zitten met de Koningin der Kookboeken, op een paar dagen voor ze de kust ruilt voor het mondaine Cannes. Ze neemt geen galajurk mee, wél haar loopkleren, maar daarover straks meer.
Voor wie de afgelopen tien jaar onder een steen heeft geleefd: de onderneemster in een ver verleden nog eerste eredame Miss België runde jarenlang een fitnesscentrum in de kuststad, richtte in 2008 voedingsadviesbureau Sana op en schreef ook een eerste boek. Toen ze haar expertise deelde in het boek Nooit meer diëten, ging Vlaanderen overstag. Er verschenen nog vier vervolgen en ze maakte daar tussenin ook de overstap naar televisie, waar ze bij VTM twee jaar lang een eigen kookprogramma had: Open keuken. Sandra bracht daarnaast verschillende voedingsproducten en een kruidenlijn uit. Er volgden nog tien kookboeken, die één voor één bestsellers werden, een online coachingprogramma en een app. Voor ons zit dus een bijzonder tevreden vrouw, want deze morgen kreeg ze het bericht dat haar recentste boek alweer op één staat.
Had je dat verwacht?
“Goh, misschien wordt dat wel een beetje verwacht, maar het blijft best spannend, en dan vooral de reacties van de lezers. Ook omdat ik de lat telkens dat tikkeltje hoger leg. Mensen vragen mij soms hoeveel exemplaren er al verkocht zijn, maar wat ik écht wil weten is wat het boek doet. Welke gerechten maken mensen klaar? Zijn ze er enthousiast over? Als ik dan online foto’s van gerechten zie passeren, dan word ik daar echt blij van.”
Het is het derde boek in de reeks ‘Missie gezond gewicht’. In wat verschilt de reeks met ‘Nooit meer diëten’?
“Het is in elk geval óók geen dieetboek. Qua gewicht gaat het niet om het cijfer op de weegschaal of het esthetische, maar we kunnen niet ontkennen dat het gewicht vaak samengaat met een verhoogd risico op diabetes en hart- en vaatziektes. Ongeveer de helft van de Belgen kampt met overgewicht. Tegen 2050 verwachten ze dat het oploopt tot 70 procent. Terwijl je gezond kan leven zonder streng te diëten. In dit boek breng ik nog meer inspiratie in de vorm van 80 lekkere, gezonde en toegankelijke gerechten.”

Gezond koken, blijft na tien jaar ook een hot topic.
“Als je terugkijkt naar die eerste Nooit meer diëten en het vergelijkt met nu, is mijn visie heel gelijklopend gebleven. Er zijn wat andere nuances omdat de wetenschap evolueert, maar dat is heel organisch gegroeid. Je merkt ook dat mensen zich meer bewust zijn van de impact van suiker en ultrabewerkt voedsel, waardoor ze er nu meer open voor staan dan toen. Maar wat ik breng, is geen belerend verhaal, laat staan dat ik met een vingertje wijs.”
“Wat ik doe, is nog altijd mijn passie, maar het hoeft niet méér en groter”
Tegelijk winnen snelle gewichtsverliezende medicijnen als Ozempic aan populariteit…
“Vaak zijn dat mensen die misschien wat minder bezig zijn met gezondheid, maar de focus leggen op gewichtsverlies. Het is ook verleidelijk om daarvoor te kiezen omdat het de snelle keuze is, maar tegelijk ook tijdelijk. Als je stopt met die medicatie – die eigenlijk bedoeld was voor diabetici – dan moet je toch kiezen voor een gezonde levensstijl. Ik ken mensen in mijn omgeving die er ziek van werden. Iedereen is vrij om te doen wat hij wil natuurlijk, maar er zijn geen wondermiddelen. Er is slechts één hulpmiddel en dat is je levensstijl aanpassen, waarbij je nog steeds kan genieten van lekker eten. Het gaat erom om goed voor jezelf te zorgen en die klik te maken. Veel mensen doen dat pas na een wake-upcall, maar het hoeft niet zover te komen, denk ik dan.”
Is het niet frustrerend dat je nog steeds op diezelfde nagel moet kloppen?
“Het geeft me vooral veel voldoening en energie als mensen vertellen hoe ze die klik hebben gemaakt, met fantastische resultaten – zoals het afbouwen van hun medicatie.”
Je bracht eerder al boeken uit, maar Vlaanderen leerde je kennen dankzij ‘Nooit meer diëten’, nu tien jaar geleden. Sta je daar nog vaak bij stil?
“Het grappige is dat mensen soms zeggen dat het snel is gegaan, maar ze vergeten dat ik al voedingsadvies gaf sinds ik in mijn Jane Fonda-pakje aerobics stond te geven. (lacht) Ik ben bijna dertig jaar bezig, maar ze kennen mij nog maar tien jaar.”

Was het boek een instant succes?
“Ik herinner mij het moment dat het boek uitkwam. Peter ging naar de Standaard Boekhandel hier in Oostende, maar vond het niet. Blijkbaar stonden er drie exemplaren achteraan de winkel. Alles veranderde toen ik na een paar weken dat telefoontje kreeg dat ik op de zevende plek in de top tien binnenkwam en dus centraal in de winkel lag. Op dat moment deed ik heel veel lezingen en handtekeningsessies. Met succes dus. Negen maanden later verscheen het tweede deel, waardoor het eerste boek weer aandacht kreeg. Maar het ging pas echt snel toen we het derde boek voorstelden in de Ghelamco-arena, en op een dag tijd 1.500 kaarten daarvoor verkochten. VTM Nieuws kwam toen filmen en de week nadien belde de zender. Ik ga dat jaar nooit vergeten, want toen waren mijn drie boeken de top drie van best verkochte boeken. Once in a lifetime!”
“Ozempic? Ik ken mensen die daar ziek van werden”
Had je veel tijd om daar bij stil te staan?
“Nee, zeker niet toen tv op mijn pad kwam. Ik bleef al de rest ook doen, van lezingen tot coachingsessies, waardoor het best twee pittige jaren waren.”
Ben je jezelf niet voorbijgelopen toen?
“Een beetje wel, ja. Ik zag onlangs een foto van toen en ik schrok hoe vermoeid ik eruitzag. Ik reed soms naar huis met het gevoel dat ik op één dag vijf jaar ouder was geworden, omdat ik dertien uur op een set had gestaan, terwijl ik de avond ervoor nog een lezing had gegeven.”
Ik ben ooit nog op de set in De Haan geweest. Je deed ongelooflijk hard je best, maar je voelde aan alles dat het niet je biotoop was.
“Dat was ook zo. Zeker dat eerste jaar. Dat tweede jaar had ik al wat meer ervaring, kwamen er ook gasten voorbij… Het is niet datgene dat ik het liefst gedaan heb, al ik ben wel blij dat ik toen uit mijn comfortzone ben gestapt. Maar ik zou het niet meer opnieuw doen, nee. Ik vind het heel fijn zoals het nu is: mijn ding kunnen doen achter de schermen en toch ook weer mensen ontmoeten tijdens lezingen. Dat doe ik supergraag.”

Zijn er zaken waar je spijt van hebt?
“Ik doe niet aan spijt. Uit alles kan je leren. Maar ten tijde van Open keuken liet ik me te veel beïnvloeden. Opeens ben je een publiek figuur en heeft iedereen een mening. Nu raakt me dat niet meer, maar toen was ik al onzeker en als je dan ook nog eens overal reacties en artikels ziet opduiken, zoals: ‘moet ze geen haarnetje dragen?’ of ‘we mogen dit of dat niet meer’, terwijl ik gewoon maar inspiratie wilde geven… (blaast) Tot dan kozen mensen bewust om naar mij of een lezing te komen, en plots viel ik de huiskamer binnen. Bij VTM zeiden ze: lees die comments niet, maar ik deed het toch. Je wil goed doen, maar dan blijk je dat niet voor iedereen te kunnen doen. Achteraf gezien heb ik daar te veel energie in gestoken.”
Is dat verbeterd door niet meer op antenne te verschijnen?
“Een combinatie van zaken. Ik ben zelf ook veranderd. Met vijftig te worden, ben ik rustiger, voel ik. De coronaperiode heeft me ook geleerd dat ik het wel fijn vind om af en toe die rust op te zoeken en mijn eigen ding te doen. Wat ik doe, is nog altijd mijn passie, maar het hoeft niet méér en groter. Het is ok zoals het is.”
Had je moeite met 50 worden?
“Nee, totaal niet eigenlijk. Ik geniet er zelfs van om mij mentaal veel sterker te voelen, en mij minder aan te trekken wat anderen denken van mij. Vroeger durfde ik er niet aan denken om ‘nee’ te zeggen op iets. Ik bleef maar gaan. Nu ben ik me daar veel beter van bewust. Mensen die mij kennen, weten dat ik rustiger ben geworden.”
Minder rustig: je liep een half jaar geleden je eerste marathon. Tegenwoordig wordt dat ook toegeschreven aan een midlifecrisis…
(lacht) “Ik ben heel blij dat ik al heel mijn leven zeg dat ik een marathon wilde doen – ik deed vroeger altijd atletiek bij Hermes Oostende. Ik heb het superhard uitgesteld, omdat ik het er gewoon niet tussen kreeg met mijn gezin en werk. De oudste twee zijn het huis uit, de jongste zit op kot, dus nu krijg ik het ingepland.”
Waar wil je staan binnen tien jaar?
“Zolang ik het graag doe, blijf ik schrijven, al is het misschien op een lager pitje. Mijn dromen situeren zich vooral op sportief vlak: ik wil nog veel meer marathons lopen. We vertrekken straks naar het Filmfestival van Cannes (Peter is artistiek directeur van Filmfestival Oostende, red.). Ik neem geen galajurk mee, maar wel mijn loopkleren. Ik zit met mijn hoofd al bij de Majors (de zes bekendste marathons ter wereld, red.). Ik ben behoorlijk loopverslaafd geworden sinds het beter in mijn planning past. Ik train vier keer per week. Begin deze maand deed ik de halve marathon in Knokke. Dit jaar wil ik er nog eentje lopen op de Nacht van Vlaanderen in Torhout, tijdens de Ostend Night Run en daarna eentje in Kopenhagen. Eind dit jaar wil ik de marathon van Firenze lopen. Wellicht komt Rome daar nog bij, want ik ben nu toch aan een ticket geraakt. Peter loopt dan trouwens ook mee! Hij wordt volgend jaar 60 en wilde dat nog gedaan hebben voor zijn zestigste.”

En volgend jaar dan een Major?
“Misschien wel. Ik train met een coach die ook marathonreizen organiseert en New York kwam al ter sprake… Het enige probleem is dat het in de herfstvakantie valt, dus rond Boektopia. Ik weet niet of mijn uitgever dat zo leuk gaat vinden. Maar we zien wel.” (grijnst)
Is lopen goed om inspiratie op te doen of eerder om je hoofd leeg te maken?
“Allebei. Het hangt vooral af van welke training ik heb. Tijdens zo’n pittige intervaltraining ben ik niet veel bezig met recepten of presentaties. Maar het zijn dan wél best creatieve momenten. Als ik gelopen heb, heb ik ook het gevoel dat ik veel meer aankan. Ik voel me letterlijk en figuurlijk sterker erdoor. Na die marathon in Malaga zat ik een week lang op een runner’s high.” (lacht)
Ten slotte: welke tip zou je geven aan de Sandra van tien jaar geleden?
“Dat het niet belangrijk is wat andere mensen van je vinden. Dat je je eigen leven moet leiden. Onlangs had ik een opname voor een podcast, die Foert! heet. Daar word ik almaar beter in, in foert zeggen. Dan kan ik ook echt trots zijn op mezelf. Ik heb het gevoel dat alles meer in balans is dan vroeger. De kinderen worden ouder, en het is leuk als we eens een weekendje samen weg kunnen, wat niet altijd meer vanzelfsprekend is als ze zo groot zijn. Maar in de toekomst komen er misschien kleinkinderen en dan zal ik ook genieten om gezond en lekker te koken voor hen. (denkt na) Het klinkt misschien cliché: maar het zijn echt de kleine dingen die mij gelukkig maken. Meer kan ik niet vragen.”
The post Sandra Bekkari nog steeds aan de top, 10 jaar na haar eerste bestseller: “Ik kan steeds beter foert zeggen, en daar trots op zijn” is provided by KW.be.