Kris Declerck loopt al ruim 40 jaar rond op de Izegemse markt. In de zaak die zijn vader opstartte, lanceerde hij nu ook zijn zoon. “Kip aan ’t spit mag op een markt niet ontbreken, al is er in al die jaren heel wat veranderd natuurlijk.” Straks viert de familie Declerck ook de 50ste verjaardag van hun zaak.
Geen geslaagde markt zonder kip aan ’t spit. En Meulebekenaar Kris Declerck (52), die is in de wijde regio bekend om zijn kippetjes. Hij runt zijn zaak nu samen met zijn zoon Dylan (23). “Maar ik nam de zaak op mijn beurt over van mijn pa Adrien, die ondertussen al 88 jaar is. Ik kwam in de tijd van de dioxinecrisis, eind jaren negentig, in de zaak. Mijn pa was al gestart in 1976. Volgend jaar bestaan we dus 50 jaar en zijn we toe aan de derde generatie.”
Nu gaan Kris en zijn collega’s de baan op met een volledig geïnstalleerde wagen. “Maar in de beginjaren van mijn pa was dat anders natuurlijk. Dat waren toen nog mobiele spitten en je kon twee dingen krijgen: hele kiekens en halve kiekens. Dat is jaren zo geweest, daarna zijn er billen, borsten en vleugels bijgekomen, vervolgens ook de varkensribbetjes en het is maar blijven uitbreiden.”
Kip zelf samenstellen
Al van zijn 12 jaar gaat Kris mee naar de markten en die zijn ook al die jaren dezelfde gebleven. “Roeselare op dinsdag, op woensdag in Deinze, donderdag Tielt, zaterdag Izegem en zondag Ardooie. Die laatste markt heb ik overigens helpen oprichten. Op maandag en vrijdag staan we niet op een markt, maar dat zijn dan ‘kuisdagen’. Alles wordt op punt gezet en we treffen de voorbereiding voor de volgende dagen. Op een zaterdagmorgen vertrekken we rond 4.30 uur, het is een kwartier rijden van Meulebeke naar Izegem en tegen vijf uur beginnen we het kraam uit te zetten en meteen ook te bakken. Het aanbod is in die jaren vertienvoudigd, ik noem het IKEA-kippen. Vroeger kochten de mensen een hele kip, nu stellen ze die zelf samen met drie billetjes, één borst, zes vleugeltjes,…” geeft hij als voorbeeld. “Maar je kunt ondertussen ook een volledige maaltijd bij ons kopen. Patatjes, groentjes,… We hebben alles mee en we bereiden grotendeels alles zelf. En dat moet ook vandaag de dag. Je mag me de kok van dienst noemen, hoewel ik mecanicien van opleiding ben. We huizen op het industriepark in Meulebeke en ik woon er ook bij. Een voordeel natuurlijk. We hebben er ruimte genoeg, er is een hangar en een werkplaats met een smidse. In dat laatste doe ik mijn herstellingen. Het is best dat je wat handig bent, want als je ter plekke een probleem hebt, moet je dat kunnen oplossen. Als je iemand moet bellen, duurt het een week voor ze misschien komen, maar mensen staan daar die morgen om hun kip…”

Ambiance creëren
Kris, die ook nog dochter Shanaya (21) heeft die voor event manager studeert, denkt ook aan de toekomst. “We zijn aan het uitkijken voor een nieuwe wagen. Dat is een investering van meer dan een half miljoen euro.”
Op de markten kan Kris een beroep doen op een team aan flexi-jobbers. “Vaak dezelfde mensen, als ze content zijn, moet je ze houden. Als ze graag komen werken, dan blijven ze. We proberen ook een leuke ambiance te creëren, dat maakt het voor personeel en klanten net zo aangenaam.”
Omdat Kris, Dylan en hun team al vroeg starten, kun je al ’s morgens vroeg om een verse kip aan ’t spit gaan. “Een spit moet op gas werken! Waarom? Vraag eens aan een topkok waarom hij op gas kookt, die doen dat ook niet op elektriciteit. Je mag onze job niet onderschatten, het duurt een tijdje voor het je helemaal onder de knie hebt en het is ook echte handenarbeid. Eén tip van de sluier: je moet het vlees tijd geven om te garen.”
Nu Dylan in de zaak is gekomen, worden ook weer wat feesten aanvaard. “We maken op sociale media wat reclame met promoties en filmpjes voor hetgeen we doen, zo blijven we onder de aandacht.”
Zelf spitten maken
De zaterdagmarkt in Izegem is altijd een voltreffer. “Het is een weekendmarkt, dat zorgt dat er een meer divers publiek op de been is. Het is hier ook een ‘blokmarkt’, dat is beter dan een markt die in een lange rechte lijn staat opgesteld. Het valt ook minder op als er eens iemand ontbreekt, het blijft gezellig druk. En Izegem heeft het voordeel dat er veel parking in de buurt is. De sfeer onder de marktkramer is hier ook goed. 30 jaar geleden gingen ze vechten om een halve meter, nu is de verstandhouding goed. Er verdwijnen er ieder jaar, mensen die met pensioen gaan, worden niet vervangen. Zeker in de textielsector is het niet makkelijk. Vroeger gingen man en vrouw samen naar de markt. De man zette het kraam uit en ruimde op, de vrouw zorgde voor de verkoop. Nu moet de dame in kwestie het alleen doen en gaat de man uit werken. Je kun nog je boterham verdienen, maar de winter moet je vaak door weer en wind. En je met er iedere week staan, als ze een truitje komen inruilen voor een ander maatje… Het textiel heeft ook de concurrentie van het internet, maar voeding zal het altijd goed blijven doen op de markten, vermoed ik.”
Kris zorgt zelf voor wat leven in de brouwerij, gaat bij wijze van verpozing ook een koffie drinken en sigaretje roken bij de plaatselijke horeca. “Dat gaat hand in hand, we leven met elkaar.”
Leuke anekdotes maakte hij ook al mee. “Er werd eens een wagen getakeld, dat gebeurt uiteraard wel meer. Maar toen die wagen op de vrachtwagen stond, kwam er plots een hoofdje naar boven. De eigenaar lag blijkbaar te slapen onder een deken, niemand had hem gezien.”
Zijn werk in zijn eigen smidse is een uit de hand gelopen hobby. “Ik herstel en maak er mijn eigen spitten, maar maak en herstel er ook voor collega’s. Ik weet perfect wat er van verlangd wordt.”
The post 50 jaar en derde generatie bij Kip aan ‘t spit Declerck: “Toen mijn pa startte had je de keuze: een heel kieken of een half kieken” is provided by KW.be.