Isabelle Vandemaele (56) bouwde een carrière uit in de horeca, tot ze op haar 31ste besloot om het bloed te laten kruipen waar het nog nooit gaan kon. Ze volgde een opleiding woord en drama en begon een nieuw leven als actrice en woordkunstenares. Ze schrijft poëzie en speelt volksmonologen, altijd vanuit het standpunt van de vrouw. “Ik ben zacht feministisch”, vertelt Isabelle, die vanaf deze week een tweewekelijkse column heeft in ‘De Zeewacht’.
Isabelle Vandemaele
Privé
Geboren in Oostende op 26 maart 1969. Getrouwd met Marc Rammant, dochter Noa De Kocker (28).
Opleiding en loopbaan
Studeerde hotel- en restaurantbeheer en werkte in de horeca, had ook een eigen zaak. Later en nog altijd deeltijds administratief bediende. Na een opleiding woord en drama gestart als actrice en woordkunstenares. Schrijft monologen en poëzie en draagt die voor, schreef het boek De Oestereetster vertelt over de vrouwen rond Ensor.
Vrije tijd
Reizen, eten en drinken, mensjes kijken en gesprekken aangaan, sociaal engagement bij Oxfam Wereldwinkel, voor vluchtelingen, dak- en thuislozen, Oekraïne, Palestina…
“Als ik mijn monoloog als vissersvrouw heb gespeeld, vragen mensen mij soms waarom ze me nog nooit aan de Vistrap hebben gezien. Of met welk schip het eigenlijk is, dat mijn man vaart? ‘Ik ben actrice, hé!’, antwoord ik dan. Maar voor mij is dat natuurlijk het mooiste compliment. Familiaal heb ik eigenlijk niets met schepen of met de visserij. Maar voor mijn monologen doe ik altijd heel veel research. Het zou echt gebeurd kunnen zijn. En daardoor voel ik me wel vertrouwd met het leven van de vissersvrouw.”
Ben je een echte Oostendse?
“Ik ben in Oostende geboren, maar wel al 13 keer verhuisd. Maar ik kom altijd terug. Nu woon ik weer in Oostende en ik denk wel dat ik nu zal blijven. (lacht) Mijn vader was schooldirecteur in het katholiek onderwijs in Gistel, mijn mama huisvrouw. Zij verhuisden ook wel enkele keren, maar toch niet zoveel als ik. Ik woonde in Gent, Diksmuide, Bredene… Ik heb nooit een eigendom gehad, ik woonde altijd in huurhuizen. Ik ben nogal gesteld op mijn onafhankelijkheid, zie je. Ik wil mijn valies kunnen pakken en vertrekken als ik daar goesting in heb. Goed, je doet financieel voordeel met een eigen huis, maar ik denk nooit aan mijn pensioen. Ik leef in het nu.”
Je startte je loopbaan in de horeca.
“Ik werkte er sinds mijn 14de. Begin jaren 90 stond ik mee aan de wieg van de Republiek in Brugge, een bekende ontmoetingsplek en grand café. Mijn ex-man en ik waren in het dagelijks bestuur, dat toen nog erg zoekende was naar het juiste publiek. We moesten het eens raken in dat bestuur en dat was niet altijd evident. Ik had er weer minder vrijheid. We stapten eruit, baatten een jaar een karting uit in Harelbeke en begonnen daarna een restaurant in Esen. In die periode kwam er ook een dochter. Maar onze relatie liep op de klippen en we stopten de zaak. Ik huurde een klein appartementje in Mariakerke voor mijn dochter en mezelf en werd administratief medewerker bij Mutoh Europe. In de weekends ging ik weer in de horeca werken. Dat moest om rond te komen. Horeca is een harde job, maar ongelooflijk leuk. Vooral vanwege de contacten met de klanten, die vaak uitgroeien tot vriendschappen.”
Toen gaf je je leven een nieuwe wending. Hoe kwam dat?
“Van kinds af was het mijn grote droom om te acteren. Ik was nog maar drie jaar toen ik al als eerste bij Sinterklaas stond om een toneeltje op te voeren. Ik had altijd heel veel fantasie en wou na mijn middelbaar een theateropleiding volgen aan Studio Herman Teirlinck. Maar mijn vader wou daar niets van weten en ik ging dus hotel- en restaurantmanagement studeren. Maar het leven gaat voort en op mijn 31ste was ik alleenstaand. Ik schreef me in voor een opleiding woord en drama aan het conservatorium in Oostende, tussen de jonge gasten. Ik studeerde af met grootste onderscheiding en kreeg mijn eerste betaalde opdrachten als performer van Iwein van ’t Kroegske. Later kreeg ik van stad Oostende een opdracht om korte performances te brengen aan de strandcabines. Daaruit groeide mijn monoloog L-Vis over het leven van een vissersvrouw. Het werd een constante in mijn werk: ik vertrek altijd vanuit het vrouwelijk standpunt. Ik vind dat vrouwen zich nog altijd te veel wegcijferen voor hun partner, hun kinderen, onder de sociale druk… Ik ben een zachte feministe.”
Kan je het podium nog missen?
“Nee, ik heb een publiek nodig. Of het nu tien mensen zijn of een zaal van 250 man, de interactie vind ik zalig, zowel voor, tijdens als na de voorstelling. Inderdaad, ook na, want na mijn optreden ga ik altijd nog eens naar de bar. Als kleine zelfstandige kan ik er mijn folders uitdelen en meteen horen van de aanwezigen wat ze ervan vonden. Mensen blijven me boeken, het moet zijn dat ze me goed vinden, zeker? Na L-Vis volgde nog VéloDroom, een monoloog over coureurs en cafés, het moderne kerstverhaal Avé Maria en Fort d’Amour, een voorstelling vol liefdesgedichten waarin ik ook mijn eerste liefde weer boven kon halen: de poëzie. Gedichten schrijven is mijn ultieme uitlaatklep. Ik schrijf gedichten met ballen. Ik schrik er niet voor terug om met mijn teksten tegen schenen te schoppen. Zo stond ik enkele jaren terug mee op de barricaden toen de vismijn gedeeltelijk werd gesloopt voor een nieuw complex. Ik schrijf ook over gevoelige thema’s als ziekte, dood, dementie, psychische kwetsbaarheid…”
Met ‘De Oestereetster vertelt’ schreef je ook een boek en monoloog over de vrouwen achter Ensor.
“Ik vertel vanuit het standpunt van Mietje, de zus van James Ensor. Heel wat krachtige vrouwen hebben de kunstenaar ongelooflijk beïnvloed: mecenassen, zijn huishoudster Augusta Bogaerts, met wie hij zijn langst durende vriendschap beleefde… Met zijn moeder had hij een moeilijke relatie. Ensor was een nukkig en eigenzinnig man. Ik vereenzelvig me soms met die nukkige, zich onbegrepen voelende Ensor. Hij kakte op de bourgeoisie, maar hij deed ook alles om ertoe te behoren. Dat herken ik ook: ik wil er ook graag bijhoren, maar ik kan niet om met vals gedoe.”
Leg je de lat voor jezelf hoog?
“Ik ben perfectionistisch, ja. Zelfs met positieve reacties uit het publiek ben ik niet gauw tevreden over mezelf. Ik lijk de immer positieve Isabelle, die door het leven vliegt, maar ik ben zelf ook al eens volledig gecrasht. Het is een levensles om te leren nee zeggen en tijd te maken voor mezelf. Ik probeer te doseren, maar dat is niet mijn sterkste kant. Want het is allemaal zo leuk, hé.”
The post Actrice Isabelle Vandemaele, onze nieuwe columniste: “Ik ben niet gauw tevreden over mezelf” is provided by KW.be.