Acteur Wim Willaert (58) toert dezer dagen doorheen Vlaanderen met de theatershow ‘Bollo Smieto Flamenco’, een persoonlijke en muzikale blik op de toekomst. Sinds ‘Eigen kweek’ en ‘Nonkels’ is de Nieuwpoortse Gentenaar incontournable geworden in Vlaanderen, al staat hij daar zelf eigenlijk niet voor te springen. “Ik ben veel werk kwijtgespeeld door die populaire rollen.”
Als we Wim spreken kort voor de première, foetert hij op zijn knie en de try-outs die hij door griep moest afzeggen. We willen iets zeggen over ‘oud worden’, maar Wim is ons voor. Want in zijn nieuwe zaalshow Bollo Smieto Flamenco blijkt Willaert zelf al in een rusthuis te zitten. “Het is een unieke gebeurtenis”, grijnst Wim. “Het publiek zal mijn show binnen 25 jaar vandaag al kunnen zien.”
Vertel!
“De voorstelling is één grote spelavond, met als grote finale bollo smieto, de kermisattractie waarbij je met een bal naar lege blikken gooit. De voorrondes zijn muzikale vragen die ik het publiek voorleg. Daarbij speel ik vooral muziek die ik binnen 25 jaar zelf zou willen horen.”
Welk personage speel je?
“Geen! Ik zit daar als Wim Willaert. Of dat moeilijker is? Goh, ik merk dat collega-BV’s als pakweg Bockie De Repper of Tom Waes ook geen rolletje spelen. What you see, is what you get. Bovendien wil ik me volledig kunnen focussen op wat ik speel. Je maakt geen mooie muziek, als je in je achterhoofd nerveus bent omdat je je afvraagt of je personage wel goed zit. Ik ben met die ingesteldheid – mezelf zijn – begonnen aan die voorstelling, en eerlijk: ik heb nul zenuwen als ik het podium op stap.”

De ‘flamenco’ in de titel blijkt er niet zomaar bijgeplakt. Het gaat ook een deel over onze identiteit.
“Dat komt voort uit het feit dat ik vroeger mezelf Belg en Vlaming noemde, maar dat ik vandaag merk dat zoiets niet uitgesproken raakt. Als je zegt dat je een Vlaming bent, dan ben je meteen rechts, en ook hardwerkend. Haast exclusief, terwijl ik mijn voorstelling net inclusief wil maken. Onlangs zag ik een reclamefilmpje waarin een zwarte man, compleet gespogen en gebrakt West-Vlaams praatte. Fantastisch! (denkt na) Maar ik let wel op met het thema, want ik weet dat de Vlaamse woke – zoals ik het noem – gevoelig ligt. Terwijl ik denk: als Cyriel Verschaeve zichzelf trots een nazi noemde, moeten we dat dan schrappen en het enkel bij ‘priester-dichter-denker’ houden? (op dreef) Mijn mama is geboren in het jaar 30. Ze was een volks meisje – thuis hadden ze een drukkerij en haar zussen waren coiffeuses. Ze gingen naar de IJzerbedevaart, maar op een gegeven moment was dat het einde van de Vlaming en het begin van een politiek zwart/wit denken. Wat voor kleur je ook bent, een werkmens of werkloos, intellectueel of niet… we zijn állemaal Vlamingen. Ik vind dat ik dat mag zeggen, dat ik Vlaming ben, zonder dat het woord bevlekt wordt door gasten met korte broeken en bottinnen. Godverdomme, ja.”
Die nationalistische behoudsgezindheid zit al een aantal jaar in de lift, maar neemt in de VS nu wel schrikwekkende vormen aan.
“Ik kan dat ook niet verklaren. Iemand als Bart De Wever is een machtspoliticus, maar hij weet ook dat hij zijn mening moet bijschaven. Toen ik hem vorig jaar zag bij de verkiezing van Mister Gay Belgium, feliciteerde hij de winnaar – een Marokkaanse homo – met drie kussen. Tien jaar geleden had hij dat nooit gedaan. Maar je mag van De Wever vinden wat je wil, maar het is wel iemand tegen wie je kan klappen. Tegen een onnozele tuut als Trump valt er niets tegen in te brengen.”

We zien dus een strijdvaardige Willaert in het rusthuis.
“Daar gaat de show ook over. Je moet blijven vechten, blijven léven tot je dood gaat. Het positieve aan deze regering is dat ze eindelijk euthanasie herbekijken voor mensen met dementie. Ik heb het bij mijn vader gezien. Hij kon bij mij in de auto zitten en vertellen over vroeger, maar opeens stil worden en onrustig zijn. Dan vroeg hij plots in paniek waar hij was en wie ik was. Dat wil ik mijn kinderen niet aandoen.”
Heb je schrik voor de dood?
“Nee. Dertig jaar geleden schreef een hartchirurg een boek over de mensen die bij hem een bijna-doodervaring hadden meegemaakt. Hij schreef hoe die momenten toonden of ze goed of slecht waren geweest. Als je veel mensen een kloot had afgetrokken, dan zag je die fragmenten. En dat is je hel. Als je in die laatste film van je leven veel goeds hebt gezien, dan is dat je hemel. Een tijd geleden is er iemand per ongeluk doodgegaan in een MRI-scanner en zagen ze binnen die hersenen plots een explosie van activiteit, voor mij het bewijs van die laatste film. Dus nee, ik ben daar niet bang voor. Integendeel.”
Welke film ga jij zien, denk je?
“Ik heb die al gezien. Ik had ooit een accident in Antwerpen en bij zo’n ongeval zie je alles vertraagd passeren. Die drie seconden worden zo tien minuten. Maar ik werd meegesleurd, vijftien seconden lang. Ik heb geróépen achter mijn mamatje. Opeens zie je je leven in een bolletje, en zag ik gelukkig: het is goed geweest.”

Je praat over een periode nog voor je tweede leven bij wijze van spreken. De laatste tien jaar is dat heel hard veranderd op vlak van privé en je carrière. We mogen ‘Eigen kweek’ als een gamechanger beschouwen daarin, denk ik. Iedereen in het vak kende je al, maar plots wist heel Vlaanderen wie je was.
“Ja. Het is een beetje hoe ik nu in Frankrijk sta. Ze kennen mij daar, maar ik heb nu net een serie ingeblikt (ONG, red.), waar ik zo’n maf personage in speel, dat het wel eens dezelfde richting zou kunnen uit gaan. Straks kan ik daar ook al niet meer over straat lopen.” (lacht)
Hoe voelt dat om vooral te willen spelen en plots te zien dat er een heus mediacircus met je aan de haal gaat?
“Ik heb daar niet om gevraagd, maar ik heb er mee leren leven. Ik ga dat nog een paar jaar doen, en dan verdwijn ik. Dan stop ik met het publieke leven. Dan focus ik mij op cinemafilms en specifieke series. (denkt na) Had ik ervan gedroomd van zo’n succes te hebben, dan had ik het beter aangekund. Ik was daar niet op voorbereid. Ik ben sindsdien gescheiden, veel vrienden kwijtgespeeld en mensen gapen naar mij als ik naar de Carrefour ga.”

Mensen herkenden zichzelf in Frank Welvaert uit ‘Eigen kweek’.
“Heel dat personage is trouwens gebaseerd op één blik van mijn zoon toen hij zes jaar oud was. Toen ik dat voorstel voor die reeks kreeg, was er een gesprek waarbij hij zijn bles draaide, naar mijn vrouw keek en zei: ‘mááááá’. Dat was het beeld. Ik kan niet uitleggen hoe ik werk, maar dat beeld heeft heel dat personage gemaakt. Ik zou het wél willen uitleggen overigens. Ik zou graag les geven en mijn kennis doorgeven, maar ik ben niet iemand die zelf gaat aankloppen bij de scholen.”
Plots ging het heel hard na ‘Eigen kweek’.
“En ironisch genoeg heb ik drie, vier jaar minder werk gehad door die rol. Al een geluk dat ik ook in Frankrijk werkte. Maar toen kwam Undercover. De showrunner die er toen voor gekozen had om in dat tweede seizoen Bas (Sebastien Dewaele, red.) en mij te casten… wat een lefgozer. Maar hij is daar wel keihard voor beloond geweest. Ik herinner mij een vechtscène met Tom Waes. De eerste keer, toen we repeteerden, hadden we de slappe lach. Al die figuranten vroegen een selfie, maar ik wilde dat houden voor na de scène zelf. Het was een erg laf gevecht, en we gingen er vol voor. Ze zaten er met drie camera’s op en het was in één keer opgenomen. De figuranten moesten niet eens spelen dat ze geshockeerd waren. Er durfde niemand nog een selfie te vragen. (lacht) Opeens kreeg ik weer wat meer werk, en de mensen hielden in het dagelijkse leven wat meer afstand. En toen was Rik Verheye daar…”

Hoe is dat verhaal begonnen?
“We waren op een feestje van een productiehuis, toen ik daar Rik tegen het lijf liep. Ik had net een job in IJsland verloren en ik was er het hart van in. Rik zag Koen (De Poorter, die ook mee schreef aan het scenario van ‘Nonkels’, red.) uitvallen en werd bijna zot toen hij hoorde dat ik geen werk had. Ik dacht dat Eigen kweek iets deed, maar dit was nog erger. (lacht luid) Stel je voor: ze kregen voor die première hele cinemazalen vol in Antwerpen. Als je kijkt naar de cijfers van Streamz… Een grote pluim ook voor de schrijvers, want het is geniaal.”
Heb je gevloekt op dit tweede succesverhaal?
(haalt zijn schouders op) “Je raakt er aan gewoon. Ooit zei iemand dat ik mocht content zijn met die rollen. En dat ben ik ook, maar ik heb er wel een prijs voor betaald. Ook als kind. Ik wil niet hautain overkomen, maar ik wéét dat ik een goeie acteur ben. Ik weet ook dat het komt omdat ik me vaak ongelukkig heb gevoeld als kind. Ik had een geweldige jeugd en goeie ouders, maar ik heb alles zo intens beleefd nu heet dat hypersensitiviteit dat ik pas later doorhad dat ik als kind effectief depressies had.”
Zou je er echt mee kunnen stoppen?
“Ik moet zeggen dat ik deze zaalshow wel héél geestig vind om te doen. Je komt werkelijk overal en Vlaanderen is een heel schoon gebied. Ik amuseer me rot, en ik zie het zitten om dat nog te doen. Ik doe straks het derde seizoen van Nonkels en ik doe ook mee aan een film die geschreven is door Dominique Van Malder. Als er nog een vierde seizoen zou komen van Nonkels zou ik geen neen zeggen, maar ik moet ook een beetje denken aan mezelf. En ja, ik zie mezelf wel lekker thuis blijven, een houtoven aanschaffen en bakker worden. Waarom niet?”

Je zou nochtans verwachten dat acteren zo’n intrinsiek deel is dat je het niét kan loslaten.
“Het is mijn job. Het is mijn leven. Het is zo fantastisch om op een set toe te komen en te zien dat alle neuzen in diezelfde richting staan. Dat iedereen, tot de mensen die rondrijden en koffie maken, mee werken aan een verhaal. Dáár voel ik me thuis. Ik heb geen spijt van Celebrity MasterChef, maar ik hoef de Mount Everest niet op te klimmen voor een tv-programma. Maar ik heb wel geluk gehad dat ik al hele toffe dingen heb kunnen doen.”
Dus acteren is ook een soort ‘bollo smieto’ dan?
“Ja, het is ook een evenwicht zoeken tussen kunde en geluk, maar met dat verschil dat ik niet hoef te winnen. Daar is het altijd raak.” (grijnst)
‘Bollo Smieto Flamenco’ speelt over heel Vlaanderen. Info en tickets via www.livecomedy.be.
The post Wim Willaert, al jaren geliefd op tv, verovert nu ook de theaterzalen: “Maar binnen een paar jaar wil ik gewoon verdwijnen” is provided by KW.be.