Al zo’n 30 jaar zit journalist Stefaan Kerger (52) in het vak. En terwijl hij het de meest boeiende job ooit noemt, is hij tegelijk ook wel wat ongerust. “40 tot 50 procent haken af en volgen de actualiteit niet of nauwelijks. Dat maakt mij wel bezorgd.”
De temperaturen flirten met het vriespunt als we Kerger verwelkomen op de Mercator. Z’n typerende muts mag dan ook niet ontbreken. “Ik ben geboren in hartje zomer. Dan mogen verjaren heb ik altijd al speciaal gevonden: vakantiegevoel, ultieme zorgeloosheid en taart op het strand. Fantastisch! Liever in de zomer verjaren dan in pakweg het donkere november of februari.”
Hoe ben je in de journalistiek beland?
“In de tweede helft van het middelbaar begon ik gepassioneerd de actualiteit te volgen: het studentenprotest op het Tiananmenplein in Peking, de Golfoorlog… Nadat ik onder meer op café een groep interessante mensen leerde kennen, begon ik voorzichtig te schrijven voor De Stoeten Ostendenoare. Dat was een kritisch stadsblad en had, voor alle duidelijkheid, niks met de latere protestgroep De Stoete Ostendenoare te maken – let ook op het verschil in schrijfwijze. Hogere studierichtingen journalistiek bestonden toen niet en ik ging politieke wetenschappen studeren. Ik was klaar om in de academische wereld voort te doen. Tot ik kort na mijn slotexamens van vakantie terugkeerde uit Engeland. Van op de ferry zagen we wat verder in zee een grote rookpluim opstijgen. Bleek dat een jacht vuur had gevat. De ferry voer ter plekke en ik kon met mijn fototoestel de laatste twee foto’s van mijn filmrolletje nemen. Ik belde daarna naar persfotografen Jean-Jacques Soenen en Els Verhaeghe – mensen die ik dus op café leerde kennen – om te vragen of die foto’s interessant waren. (lacht). De volgende dag stonden ze op de voorpagina van Het Nieuwsblad. De vonk sloeg over en kort nadien mocht ik bij de krant beginnen.”
De start van een mooie carrière.
“Het begon allemaal zo toevallig. Als jonge correspondent was het moeilijk, ja, zelfs ontnuchterend hard werken. Veel steun kreeg ik niet. Freelancen? Zelfstandigenstatuut? Ik kende daar geen fluit van. Je had met moeite internet of e-mail, faxen was de norm. Ik zie me nog in de Belgacom-winkel bij De Grote Post een faxmachine kopen. Die machine kostte meer dan wat ik in mijn eerste maand had verdiend. Diegene die me als jonge journalist écht op weg heeft gezet, was Frank Gevaert bij Focus-WTV. Ik ben hem nog altijd dankbaar. Dit alles heeft me geïnspireerd om startende journalisten ook op sleeptouw te nemen.”
Waarom is journalistiek zo’n mooie job?
“Elke dag sta ik op zo enthousiast als een kind, uitkijkend naar onze redactievergadering: ‘Waar gaan we vandaag naartoe, welk verhaal zullen we brengen.’ De afwisseling en spanning in het werk maken me gelukkig. Je bent bevoorrechte getuige en maakt veel van op de eerste rij mee. Ik probeer op een bescheiden manier aan te sluiten bij een lange traditie van degelijke journalisten, mensen die me inspireerden: Rudi Vranckx, Douglas De Coninck, André Vollmacher, Fred Vandenbussche…Ik zou al trots zijn als ik in hun buurt zou komen.”
Je bent ook voorzitter van Perskring Oostende.
“In de jaren zeventig en tachtig had je lokale persbonden, maar die verwaterden wat. Tot we met een groepje van onder meer Edwin Fontaine, Peter Maenhoudt en Marc Loy de Perskring Oostende opstartten. Het doel: het is beter om als beroepscollega’s samen te werken en je niet uit verband te laten spelen. Slechte journalistiek is de vijand. Dus laat ons elkaar helpen om tot betere journalistiek te komen door bijvoorbeeld informatie onderling uit te wisselen, elkaar te inspireren en ons te organiseren.”
Alle professionele pers is daarin vertegenwoordigd?
“De leden zijn beroepsjournalisten die gesteund worden door een redactie. Mensen met een politieke agenda en die op sociale media spelen of prutsen met zogenaamd ‘nieuws’ horen hier niet thuis. We moeten de beroepsernst hoog houden: degelijke journalistiek, gecheckte informatie, verschillende stemmen horen, niet vooringenomen en geen politieke agenda.”
Hoe kunnen we de strijd tegen ‘fake news’ en desinformatie voeren?
“Met degelijke, goeie journalistiek. Bijvoorbeeld, wij proberen met Focus-WTV een verzorgd journaal te maken waarin we politiek kritisch bekijken en inspirerende mensen aan bod laten komen, afgewisseld met af en toe een luchtiger item om zoveel mogelijk mensen te boeien. Maar het begint al vroeger. In het onderwijs, thuis en in jeugdbewegingen onderwerpen als democratie, lokaal en internationaal nieuws bespreekbaar maken. (knipoogt) Dat lijkt me interessanter dan een uurtje godsdienst.”
Werd de actualiteit bij jou thuis besproken?
“Mijn beide ouders hebben de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, een rijkdom aan geschiedenis en verhalen. Zo vertelde mijn vader dat hij eind mei 1940 samen met zijn moeder door de Kapellestraat wandelde en het stadhuis op het Wapenplein zag afbranden. Zo’n verhalen maken indruk. Voeg daar aan toe dat ik samen met m’n ouders naar het nieuws keek en we daar ook over spraken: dit of dat heeft daarmee te maken… Ik probeer de actualiteit binnen een kader te plaatsen. Hebben we dit al eens meegemaakt? Was het toen even erg? Kunnen we relativeren? Je hebt mensen die zeggen: ‘Alles gaat op en neer, alles komt wel in orde.’ Maar ik ben niet zo’n Vrolijke Frans: als we niet voorzichtig zijn, kunnen we alles naar de knoppen helpen. En dan heb ik het niet over het klimaat.”
Vertel…
“Ik ben al 30, 40 jaar een echte nieuwsfreak, maar we zitten nu in een periode die me het meest zorgen baart. Oekraïne, Syrië, Gaza, Soedan… Waar ik het meest bezorgd over ben, is de groter wordende groep mensen die afhaken van de actualiteit en die zegt: ‘Voor mij hoeft het niet meer.’ Ik ken mensen die nooit nog het journaal bekijken, nooit een krant openslaan. En die groep groeit.”
Wat zou het gevolg kunnen zijn?
“Als nu al 40 tot 50 procent van de mensen – ook jongeren – afhaken van het nieuws, zou die groep nog kunnen toenemen. Sommige politieke narcisten dromen van macht, terwijl onverschilligheid heerst over wat in een parlement of een stadhuis gebeurt. Hoe makkelijk is het niet om leider te zijn terwijl burgers niet geïnteresseerd zijn in besluitvorming? Dan krijg je carte blanche en komt de democratie in zwaar weer. Je hoeft niet zo ver te zoeken: bij de jongste lokale verkiezingen in Oostende daagde in het stemlokaal in het Kursaal niet de helft van de kiesgerechtigden op. Dat wijst op een toenemende onverschilligheid. Ik denk dat ik genoeg heb gelezen om te weten dat ik niet droom van een wereld waar engagement en gedreven verbeelding van uit de basis teloor gaat.”
Bio
Privé: geboren op 31 juli 1972 in Oostende (Stene).Papa van Elise (17) en Rosalie (14).
Loopbaan: studeerde politieke wetenschappen (UGent, 1991-1995), Erasmus in Padova (Italië, 1993). Ex-voorzitter dagelijks bestuur Theater Aan Zee (2004-2019). Sinds 2005 voorzitter van Perskring Oostende. Begon bij Het Nieuwsblad (1995) en sinds 1996 aan de slag bij Focus-WTV.
Vrije tijd: journalistiek, actualiteit, muziek, podcasts, boeken.
The post Op de Mercator met voorzitter Perskring Oostende Stefaan Kerger: “We zitten in periode die me zorgen baart” is provided by KW.be.