Al 216.000 daken in West-Vlaanderen worden bedekt met zonnepanelen, maar dat zouden er nog veel meer kunnen zijn. Met een groepsaankoop en nieuwe campagne hoopt de Provincie nog meer mensen te overtuigen om zonnestralen om te zetten in energie. “In gemeenten waar de inkomens hoger liggen, lukt dat al beter dan in andere”.
Onze daken zijn te naakt. Dat is de insteek van een nieuwe campagne van Provincie West-Vlaanderen, die ook gekoppeld wordt aan een nieuwe groepsaankoop. Het provinciebestuur wil alle West-Vlamingen motiveren om hun dak – waar nuttig – vol te leggen met zonnepanelen en zo optimaal gebruik te maken van de energie die gratis door de natuur aangeboden wordt op heldere dagen.
De boodschap van de campagne is alvast helder: elk dak dat nog niet ‘bekleed’ is met zonnepanelen, laat kansen liggen. “Er zijn namelijk zoveel voordelen, en niet enkel voor de planeet”, klinkt het bij de Provincie. “Eigenaars van zonnepanelen hebben een lagere energiefactuur, zijn minder afhankelijk van de schommelende prijzen op de markt en kunnen rekenen op een betere EPC-score als ze ooit hun woning wensen te verkopen.”
Vrijstaande huizen
Dat er nog veel ruimte is voor verbetering bewijzen ook de cijfers. Geen enkele andere provincie heeft zoveel potentieel om zonne-energie op te wekken als West-Vlaanderen. Als we alle geschikte daken zouden bekleden met zonnepanelen, zouden we ruim 14 miljoen kilowatt aan elektriciteit kunnen opwekken, bijna dubbel zoveel als in Limburg.
“Dat komt door een combinatie aan geografische, klimatologische en ruimtelijke factoren”, aldus Jurgen Vanlerberghe, West-Vlaams gedeputeerde voor Energie. “Enerzijds ligt dat aan de hogere zoninstraling aan de kust, waar gemiddeld 1.100 tot 1.150 zonuren per jaar worden gemeten. Daarnaast telt onze provincie ook een hoog aantal afzonderlijke huishoudens, die vaker in grote huizen en vrijstaande woningen – in plaats van appartementen – wonen. Ook hebben wij heel wat landbouwgebouwen met grote dakoppervlaktes. Die zaken zorgen dus voor veel zonnepotentieel.”
“We hebben grote huizen, veel landbouwgebouwen en veel zon aan de kust: daarom liggen hier zoveel kansen”
Gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe
Toch lijkt de realisatie van die groene droom nog niet meteen binnen handbereik te zijn, want momenteel produceren alle zonnepaneeleigenaars samen slechts 1,6 miljoen kilowatt aan energie, goed voor 1.314 watt per inwoner. We benutten met andere woorden dus 11 procent van ons zogenaamd zonnepotentieel, het laagste percentage in Vlaanderen. Zo scoort Limburg het beste, daar ligt al 17 procent van de geschikte dakoppervlakte bedekt met zonnepanelen.
“We proberen al jaren zowel de West-Vlaming zelf als de lokale besturen hierin te ondersteunen. Met onze groepsaankoop voor zonnepanelen bereiken we jaarlijks een 5.000-tal mensen, met deze campagne hopen we dat cijfer in 2026 te doen stijgen. Als we renovatieadvies verlenen, zijn zonnepanelen daar sowieso een onderdeel van.”
Grote verschillen
We hebben dus nog een lange weg te gaan, maar los van de kansen die er nog liggen, doet onze provincie het wel al best goed. Zo telt West-Vlaanderen momenteel zo’n 216.000 installaties van zonnepanelen, goed voor 18 stuks per 100 inwoners. Verhoudingsgewijs is dat evenveel als Limburg. Antwerpen is dan weer de slechtste leerling van de klas op vlak van zonne-energie, daar staat de teller op 13 installaties per 100 inwoners.
Binnen onze provincie merken we ook grote verschillen op. In Harelbeke wordt 15 procent van de dakdelen die in aanmerking komen om zonne-energie op te wekken effectief voor dat doel ingezet. In Vleteren, Nieuwpoort, Heuvelland en Spiere-Helkijn is dat slechts in 7 procent van de daken het geval. Er valt geen lijn te trekken in de regio’s die het beter of slechter doen: aan beide kanten van het spectrum vinden we zowel verstedelijkte gebieden als landelijke gemeenten terug.
“Het verschil kan onder meer schuilen in de woningtypologie. Gemeenten waar de meeste eigenaars ook effectief zelf in hun huizen wonen – vaak (half)open bebouwingen die dus veel zonnepotentieel hebben – zullen een hogere benuttingsgraad hebben. Wie een woning heeft om te verhuren – vaker het geval bij rijwoningen en appartementen – is minder snel geneigd om hierin te investeren, omdat de eigenaar zelf niet de voordelen ervaart. Daarnaast kunnen socio-economische factoren een rol spelen. Simpel gezegd: in gemeenten waar het gemiddelde inkomen hoger ligt, is de kans groter dat er ook meer zonnepanelen liggen”, besluit Vanlerberghe.
The post IN KAART Nog veel plaats op onze daken voor zonnepanelen: slechts 11 procent van ons zonnepotentieel wordt benut is provided by KW.be.
