Hij is een West-Vlaming uit Tiegem, speelde in 2025 voor het derde jaar op rij een cruciale rol in de vele overwinningen van topsprinter Tim Merlier bij Soudal-Quick-Step en maakt straks kans om tot beste Belgische knecht in het profpeloton te worden uitgeroepen. Op zijn 33ste is Bert Van Lerberghe, een decennium na zijn profdebuut bij Topsport Vlaanderen, volledig ontbolsterd. Een terugblik.
2015: Topsport Vlaanderen-Baloise
“Als neoprof had ik meteen het gevoel dat de manier van koersen bij de profs me lag. In het begin probeerde ik vooral Edward Theuns te helpen en de paar keer dat ik voor mezelf mocht rijden, kon ik ook mijn mannetje staan. In de Tour de l’Eurométropole trok ik in Nieuwpoort de sprint aan voor Edward, die won. Ploegleider Hans De Clercq had nochtans gezegd dat ik voor mezelf mocht rijden, maar toen Edward en ik in de laatste kilometer nog allebei voorin zaten, heb ik de klik gemaakt.”
2016: Topsport Vlaanderen-Baloise
“In mijn tweede seizoen als prof heb ik heel veel zelf proberen te sprinten. Je merkt het aan mijn uitslagen. Ik kon altijd in de top tien en soms zelfs in de top vijf eindigen, omdat ik vlug doorhad hoe je een sprint moest doen. Winnen was echter heel moeilijk. Op het einde van het seizoen was er een beetje interesse van andere ploegen, maar concreet werd dat nooit, dus bleef ik nog een jaar.”
2017: Sport Vlaanderen-Baloise
“Een superseizoen kende ik niet, maar het was goed genoeg om een transfer te versieren. Tegen mijn manager Yannick Prevost had ik gezegd dat hij me in 2017 ergens moest proberen binnenloodsen. In het voorjaar wilde ik voor mezelf rijden, maar de rest van het seizoen kon ik me beter ten dienste stellen van een sprinter. Met een vijfde plaats bij de profs ben je niet veel, zeker niet als het om een etappe in een rittenkoers gaat. Als sprinter moet je minstens vijf koersen per jaar winnen. Anders kan je jezelf niet profileren als kopman. Ik had er misschien elk seizoen één of twee kunnen winnen met de hulp van de ploeg, maar ik had geen zin om al die andere keren ontgoocheld en gefrustreerd te zijn. Zo heeft Yannick me met twee ploegen in contact gebracht. Het is Cofidis geworden. Daar kon ik in het voorjaar mijn eigen ding doen en zou ik daarnaast de sprint aantrekken voor Nacer Bouhanni.”
2018: Cofidis, Solutions Crédits
“Mijn seizoen begon heel goed met een zevende plaats in de Omloop, maar de rest van het voorjaar kende ik veel materiaalpech. Ook daarna was het niet meer goed. Met Bouhanni moest je heel gereserveerd zijn en opletten wat je deed, maar ik ben niet de lead-out die de hele tijd zit te freewheelen. Ik moet het van andere kwaliteiten hebben. Met Merlier kom ik soms van ver, maar dat ligt me nu eenmaal beter. Met Christophe Laporte klikte het veel beter. Hij won tijdens mijn periode bij Cofidis heel vaak een massasprint die ik aantrok. Zo heb ik het spelletje almaar beter leren kennen, al kwamen er intussen wel wat problemen tussen de ploeg en mij. Er werden dingen gezegd die op niets sloegen, bijvoorbeeld dat ik te zwaar stond.”
2019: Cofidis, Solutions Crédits
“2019 was een heel slecht jaar, want ik reed het hele voorjaar, zonder dat ik het wist, rond met het cytomegalovirus. Ik herinner me nog goed dat ik in mei een bericht naar Patrick Lefevere heb gestuurd. Ik wist dat hij me kende en me de jaren ervoor gevolgd had. Ik vroeg hem of hij nog altijd geïnteresseerd was. Niet veel later kreeg ik een bericht dat ik mocht gaan testen. Daarna is het vrij snel gegaan en tekende ik bij Deceuninck-Quick-Step.”
2020: Deceuninck-Quick-Step
“Ik moest me vooral bekommeren om Alvaro Hodeg, onze Colombiaanse sprinter. Hij was iets minder in vorm, maar we zaten altijd waar we moesten zitten. Alvaro was het seizoen ervoor zwaar ten val gekomen en is nooit meer de renner geworden die hij voor de valpartij was. Jammer, want hij was echt een sterke sprinter én een crème van een gast. In 2020 trok ik samen met Michael Morkov ook een paar keer de sprint aan voor Sam Bennett. Ik heb veel van Michael opgestoken en had het geluk dat hij in mij geloofde.”
2021: Deceuninck-Quick-Step
“In 2021 reed ik mijn beste klassieke voorjaar ooit, in een dienende rol. Quick-Step heeft al altijd een unieke groep gehad, maar dat voorjaar was echt speciaal. We hadden geen Wout van Aert of Mathieu van der Poel in onze ploeg, maar alle andere toprenners voor de klassiekers zaten in ons team, dat aangevuld werd met twee knechten, Tim Declercq en ik. Tim was heel sterk, ik was explosiever. We vulden elkaar goed aan. In de rush naar elke klim kon ik hem goed helpen, zodat hij langer kon overleven en omdat hij er langer bij bleef, kon ik ook langer volgen. We wonnen bijna alles wat er te winnen viel. Alleen Kuurne-Brussel-Kuurne was minder. Daarin werd ik zevende. (grijnst) Dat was niet zo goed. Ah, ik was wel nog mee toen we na de Oude Kwaremont met 15 man wegreden. Daarna reed ik als een gek om de kloof met de ontsnapte Van der Poel dicht te rijden, maar plots beslisten we in de slotronde om alles op mijn sprint te zetten. Als ik die beter had aangepakt, zou ik altijd op het podium geëindigd zijn. Op Mads Pedersen na sprintte toen niemand sneller.”
“Mijn grootste kwaliteit? De juiste feeling die je nodig hebt wanneer je naar de laatste kilometer rijdt”
“In 2021 verzorgde ik vaak de lead-out voor Fabio Jakobsen, die het seizoen ervoor zwaar ten val was gekomen in de Ronde van Polen. Fabio is een crème van een kerel. Bizar, maar eigenlijk zijn al die sprinters goeie gasten. Toen hij in de zomer de Tour de Wallonie reed, was ik erbij. Op het Circuit van Zolder verzorgde ik de lead-out en won Fabio zijn eerste koers na zijn crash. In de Vuelta, mijn debuut in een grote ronde, won Fabio drie etappes met mij als laatste man. In de winter hadden we al gezien dat hij opnieuw op niveau was, maar dat hij zo sterk zou terugkeren, hadden we niet verwacht.”
2022: Quick-Step Alpha Vinyl
“De lead-out voor Mark Cavendish doen, was niet mijn allerbeste ervaring. Op zich viel het wel mee om voor hem te werken, maar soms was het ingewikkeld. Cav was ook wat gereserveerder. Bovendien kende ik zelf niet mijn beste campagne. Bij een val in het Circuit de la Sarthe had ik een hersenschudding opgelopen, waardoor mijn voorbereiding op de Giro heel slecht verliep. Jammer, want Cav beschikte in Italië wel over zijn beste benen. Anders hadden we meer etappes kunnen winnen.”
2023: Soudal-Quick-Step
“Dit was mijn eerste seizoen met Tim Merlier als ploegmaat. Het verhaal tussen Tim en mij is speciaal. We zijn laatbloeiers en kunnen hopelijk nog een paar jaar op dezelfde manier doorgaan. We zijn goed op elkaar ingespeeld. Op fysiek vlak gaat het niet naar beneden en op mentaal vlak wordt het alleen maar beter. Een sprint draait om heel veel kennis. Je mag nog de rapste zijn, als je je niet kan positioneren, kom je nergens. Mijn grootste kwaliteit? De juiste feeling die je nodig hebt wanneer je naar de laatste kilometer rijdt. Je moet op je gemak zitten, want als je voortdurend moet optrekken, verlies je te veel krachten. Wij maken het verschil niet in de laatste kilometer, wel de kilometers ervoor. Ik zorg ervoor dat Tim op een menselijke manier aan zijn sprint kan beginnen.”
2024: Soudal-Quick-Step
“De mooiste overwinning die Tim met mij als lead-out behaalde, is voor mij toch wel zijn Europese titel in Limburg. De maanden ervoor zei iedereen dat Tim niet geselecteerd zou worden, omdat hij een slechte voorbereiding had gekend. We hadden geluk dat bondscoach Sven Vanthourenhout wel in hem is blijven geloven. Heel veel mensen, onder wie Jan Bakelants, zeiden dat Merlier beter kon worden thuisgelaten. Dat hij toch kon winnen, was heel speciaal. De hele Belgische ploeg reed voor Jasper Philipsen. Alleen Tim en ik mochten ons ding doen.”
2025: Soudal-Quick-Step
“Wat ik ervan vind dat Tim met mij als lead-out de voorbije drie jaar 92,8 procent van zijn zeges (39 op 42, red.) heeft behaald? Dat ik vroeger op school nooit zo’n goede resultaten heb gehad. (grijnst) Twee keer was ik er niet bij door ziekte en één keer reed Tim Parijs-Nice, terwijl ik Fabio Jakobsen in Tirreno-Adriatico aan ritwinst moest helpen. Maar voor alle duidelijkheid: Tim en ik houden niet bij hoeveel koersen we samen winnen. We zijn jeugdvrienden en hebben een echte broederschapsband. We kunnen ons kwaad maken op elkaar zonder dat dit iets aan onze relatie verandert. We kunnen alles tegen elkaar zeggen. Dat is ons grootste voordeel. Tim heeft 100 procent vertrouwen in mij om de sprint aan te trekken. Uiteindelijk hebben we in de Tour van dit jaar maar twee keer kunnen sprinten, maar wel telkens met succes.”
“Het kan zijn dat ik straks voor de eerste keer tot Kristallen Zweetdruppel (een verkiezing van HLN om de beste Belgische helper van het seizoen te bekronen, red.) wordt verkozen, maar dat zien we dan wel. Al van bij de jeugd fiets ik gewoon graag en ben ik erg competitief. Ik wilde het altijd zo goed mogelijk doen, maar als ik geen prof was geworden, zou mijn leven niet om zeep geweest zijn. Ik deed het gewoon graag en dat gevoel heb ik nog altijd. Ik ben niet de persoon van extremen. Ik doe gewoon wat ik als profrenner moet doen.”
The post “Tim Merlier heeft 100 procent vertrouwen in mij”: Bert Van Lerberghe (33) groeide van bescheiden neoprof tot lead-out van wereldklasse is provided by KW.be.
