Maandag 21 juli zal het militaire defilé op de nationale feestdag op gang getrokken worden door onder andere Brigitte Bullynck (68) uit Oostende. Zij behoort tot de groep vrouwelijk pioniersmilitairen, die 50 jaar geleden als eerste bij Defensie aan de slag gingen. Tot aan haar pensioen werkte ze bij de marine. “Ik heb al een twintigtal keer mee gemarcheerd in het defilé en ben ontroerd dat het nu opnieuw kan.”
Op 2 juni 1975 ging Brigitte Bullynck als een van de eerste vrouwen ooit in ons land bij het leger. Nu 50 jaar later mag ze samen met een groep andere dames het jaarlijkse militaire defilé in Brussel op de nationale feestdag op 21 juli openen. In de prelude zullen 30-tal vrouwen speciaal deze editie mee marcheren. Het gaat stuk voor stuk om dames, die veel hebben betekend voor defensie. “Vandaag bestaat 12 procent van onze militairen uit vrouwen. Dat is grotendeels te danken aan het pionierswerk dat deze vrouwen legden”, zegt vice-chef Defensie Luitenant-generaal Frédéric Goetynck.
“Ik heb er even over moeten nadenken, want het is wel een tijd geleden dat ik nog gemarcheerd heb”, vertelt Brigitte. “Maar nu is het de eerste keer dat de vrouwen meegaan in de prelude. Zo’n uitzonderlijke kans is te mooi om te laten liggen. Het is fijn dat ze aan ons denken en ook leuk om iedereen terug te zien. Sowieso ben ik ook erg fier op mijn carrière en uniform. Meelopen in het defilé is een hele eer en ik doe het met plezier opnieuw.”
“Iedereen reageerde ook altijd erg enthousiast als het vrouwenpeloton passeerde bij het defilé”
In haar 38 jaar dienst bij de marine heeft Brigitte al een twintigtal keer mee gemarcheerd in het defilé op de nationale feestdag. “Dat marcheren, die muziek is fantastisch. Het maakt een warm gevoel in mij los. Iedereen reageert ook altijd erg enthousiast als het vrouwenpeloton passeert. Wij werden iedere keer toegeroepen ‘Vive les femmes’ en ‘Leve de vrouwen’ met veel applaus erbij. Dat zullen de vrouwen in het leger nu niet meer kennen met de gemengde groepen.”
Eerste lichting
Brigitte zat bij de eerste lichting vrouwelijke militairen bij de marine. “In 1975 was er weinig werkgelegenheid. Het was toen ook het internationale jaar van de vrouw en de minister van Defensie besliste om ook vrouwen toe te laten in het leger. Ik heb me aangemeld en wist niet waar ik aan begon. Na de testen in het Klein Kasteeltje kon ik naar de zeemacht gaan, nu de marine onder het stamnummer N90009 – de N staat voor NAVAL. Na 21 juli 1975 werd onze eenheid gemuteerd en zat ik bij de Oostendse Cedra. Dat was ideaal, want het was voor mij dicht bij huis.”
“Het leger wist niet waaraan ze begonnen door vrouwen in het leger te nemen, maar omgekeerd wisten de meeste vrouwen ook niet waaraan ze begonnen”
“Defensie was niet zo goed voorbereid op ons”, vertelt Brigitte. “Dat zagen we duidelijk tijdens onze opleiding in Brugge. Het leger wist niet waaraan ze begonnen door vrouwen in het leger te nemen. Maar omgekeerd wisten de meeste vrouwen ook niet waar ze aan begonnen. Het was veel aftasten, maar het is uiteindelijk goed gekomen. We hadden een heel goede band met de chef van de opleiding. Hij was eigenlijk een beetje onze vader. In die opleiding leerden we enerzijds allerlei administratieve zaken voor onze functie, maar we moesten ook sporten en leren marcheren.”
Marine als familie
Brigitte heeft haar volledige carrière bij de marine gewerkt. “Wij werden als eerste vrouwen bij de marine heel goed opgevangen. Die opleiding voelde aan als op kamp gaan met andere meisjes. We zaten dicht bij huis, konden in het weekend terug naar huis keren en hadden veel vrijheid om naar buiten op stap te gaan. Als 18-jarige mocht ik enkel de woensdag de wereld verkennen, maar vanaf we 19 jaar was dat iedere avond tot 24 uur. Voor de Franstalige meisjes was dat natuurlijk stukken verder, maar zij hadden een goede band met ons. Jaren later hoorde ik van andere vrouwen dat zij het pakken zwaarder hebben gehad. Zo moesten de vrouwen bij de landmacht zich veel meer bewijzen. Maar bij ons was er een heel andere sfeer.”
“Je kan het leger een beetje vergelijken met de hiërarchie in een groot bedrijf, alleen gebruiken we graden en uniformen”
“De marine is een kleine macht. Iedereen kent iedereen, want je komt elkaar zoveel tegen en werkt wel altijd eens samen met elkaar”, gaat Brigitte verder. “Alles is heel familiair. De commandant moesten we wel aanspreken als commandant, maar verder gebruikten we gewoon elkaars voornamen. Je kan het een beetje vergelijken met de hiërarchie in een groot bedrijf. In het leger gebruiken we graden en dragen we uniformen.”
Nieuwe tijden
“Aan het begin van jouw carrière besef je niet dat je een van de eerste vrouwen bent”, klinkt het. “Wij waren pioniers en hebben de baan geëffend, maar dat wisten we toen niet. Ondertussen is er langzaamaan al veel veranderd voor diegenen, die achter ons kwamen. Wij moesten vroeger meedoen aan brandoefeningen en sporttesten afleggen, maar we mochten geen wapens dragen. Nu kan je je dat niet meer voorstellen dat ze dat zouden zeggen. Vandaag zijn ook alle functies opengesteld voor vrouwen. Dat was vroeger absoluut niet zo. De dames nu bewijzen dat ze het aankunnen en gelijke kansen verdienen.”
“Ik zou mijn carrière in het leger zo opnieuw doen, wat een fantastische herinneringen”
“Vrouwen spelen tegenwoordig overal mee in het werkveld en gelukkig maar. Ik kijk met veel fierheid naar de vrouwen, die nu in het leger zitten. Ik kan het alleen maar aanraden aan iedereen. Ik heb er een fantastische carrière kunnen uitbouwen, goede vrienden aan over gehouden en fantastische herinneringen. Voordien wist ik niet waaraan ik begon, maar ik zou het zo opnieuw doen”, besluit Brigitte.
The post Brigitte opent samen met andere vrouwelijke pioniers bij Defensie het defilé op de nationale feestdag: “Die muziek, dat marcheren geeft een fantastisch gevoel” is provided by KW.be.